Reizen van de kei

Het keitje heeft al heel wat meer gereisd als ik. Na een reis komt het steeds weer naar me terug met weer een nieuw verhaal van een volbrachte missie.

Het was in Parijs in Engeland, New York, Noordkaap,Auswitsch, Afganistan, Malawi, Oekraïne,Roemenië  en Ghana.

Omdat het kleine steentje zo dikwijls weg is het ik de andere helft ook al dikwijls meegegeven met een tweede boekje. De andere helft was in Beijing, Valencia, Gambia en Kenia

Keien gezocht

steenNa jaren van zand verzamelen uit alle mogelijke uithoeken van de  wereld,  trof ik vorige maand op vakantie kiezelstenen in plaats van zandkorrels.
Op de stranden in de buurt van Diëppe (Normandië) aan de voet van de krijtrotsen liggen er miljoenen. Ze worden twee keer per etmaal in beweging gezet door de opkomende vloed en buitelen dan eindeloos over elkaar in de branding tot ze stranden op de hoogwaterlijn. Vuurstenen grindkeien van verschillende groottes, door de natuur in de meest grillige vormen gesleten.  In velen is een gat ontstaan, dwars  door de steen. De glasharde keien zijn afkomstig van de samengeperste resten van oerbossen. Het is denk ik na diamant zo’n beetje de hardste steensoort die er bestaat. De hoge afbrokkelende kalkrotsen, die zijn gevormd uit resten van schelpen, laten langzaam de smalle lagen vuursteen los waarna het bruisende zeewater de rest doet. Dagen heb ik tijdens eb rondgelopen om een klein aantal van de allermooiste stenen te verzamelen.
Één ervan, een flinke steen van zo’n twintig centimeter hoogte lijkt net een gebogen mensfiguur. Het uitgesleten gat doet me denken aan het beeld van Zadkine in Rotterdam ‘Stad zonder hart’ dat daar geplaatst is ter herdenking van het bombardement in 1940.
Mijn gedachten gaan van Rotterdam, waar ook mijn moeder in de oorlog woonde, naar het steentje, dat de Belg Sebastien de Fooz een paar jaar geleden uit concentratiekamp Dachau heeft meegenomen tijdens een voettocht van Gent naar Jeruzalem. Het steentje heeft hij bij de voltooiing van zijn megawandeltocht, waarbij hij allerlei bijzondere ontmoetingen met mensen had, in een kier van de Klaagmuur gestopt om zo als het ware het leed van deze mensen tot God te brengen.

Nadat we weer thuis zijn van vakantie rij ik met mijn gevonden steen naar Bladel om Richard Bottram een klein stukje hardlopend te begeleiden bij zijn op één na laatste marathon.
Zijn vriendin is vorig jaar overleden aan kanker en om dit verdriet te verwerken en geld op te halen voor bestrijding van kanker besloot  hij een jaar lang, iedere dag een marathon te gaan lopen. Zijn route voert hem door half Europa en nadert zijn missie zijn eindpunt.
Voor  mijn steen ‘man zonder hart’ vind ik intussen een klein steentje welk het gat erin precies opvulde.
Al hardlopend heb ik de steen aan hem overhandigd, met de wens dat zijn marathon365-actie hopelijk zijn gemis een klein beetje heeft opgevuld en zijn verdriet verzacht.

Henry van VugtEen paar weken later lees ik dat oud-leerling en ultrafietser Henry van Vugt uit Waardhuizen weer een ultrawedstrijd op de planning heeft staan. Van Parijs naar Brest en weer terug. 1220 km binnen tachtig uur met 10.000 hoogtemeters erin.
Opnieuw besef ik dat er best veel mensen zijn die niet de gemakkelijkste weg in het leven kiezen door het volgen van hun eigen missie.
Wat zou het mooi zou om al deze mensen bij elkaar te krijgen om hun ervaringen aan te horen en uit te wisselen.
Allemaal hebben ze hun hart geheel gericht op hun eigen uitdaging. Ze verliezen het  aan hun zelf opgelegde doel  en gaan ervoor met hun hele ziel en zaligheid.

Een andere manier om deze mensen met hun missie met elkaar te verbinden zou kunnen zijn door  één van mijn gevonden stenen met een gat erin, zo’n ‘hartsteen’, met deze bevlogen mensen mee te laten reizen en daarnaast om te ontdekken wat ze gemeen hebben.
Nadat ik een mooi klein steentje met een gat uit mijn bescheiden verzameling heb gevist hak ik het doormidden omdat het wat te groot en te zwaar is om mee te nemen. Daarna probeer ik de vage hartvorm van het steentje nog wat duidelijker  vorm te geven. Dan worden de twee helften van de steen voorzien van een mooi wit nylon koordje zodat deze op het hart gedragen kan worden.  Met zorg kies ik in de boekhandel  een klein notitieboekje met een harde kaft. In de hoek ervan boor ik een gaatje waardoor ik de steen met het koord aan het boekje kan vastmaken.

De volgende dag fiets ik naar Henry van Vugt. Als ik natgeregend door een plotseling opkomende stortbui zijn huis nader, staat hij net in de open schuurdeur naar buiten te kijken omdat de bui hem binnen houdt voor een laatste test van zijn verlichting voor de monstertocht in Frankrijk.  Hij weegt het steentje eens in zijn hand en zegt het wel mee te willen nemen. Ik vraag hem bovendien om in het boekje te schrijven wat hem toch bezielt om dat afschuwelijk eind te gaan fietsen. Ook dit wil hij doen.
De dagen dat hij zijn wedstrijd rijdt, draag ik de andere helft van de hartsteen bij me en vertel mensen de betekenis ervan en ben in gedachten bij de eenzame fietser op het Franse land.

pascal TankensDe volgende persoon  aan wie ik hierna het steentje heb meegegeven is Pascal Tankens uit Andel. Hij is al maanden aan het trainen voor zijn eerste  ‘ tachtig van de langstraat’,  een wandeltocht van tachtig kilometer die in twintig uur dient worden afgelegd.
Waar zal het nietige steentje allemaal terecht komen, welke verhalen zullen erbij geschreven worden in het bijbehorende boekje ‘Hart Rock eMotion’.
Kunst is nu om deze mensen te vinden.
Uw hulp is hierbij welkom.
Als u ook zo’n kei kent of zelf misschien wel zelf bent,  iemand die voor een soortgelijke, (of andere) uitdaging staat, mail dit dan naar [email protected]

 

Andel, 30 augustus 2007
Henk van Noorloos