De steen tegen de hoogste berg van Afrika op rollen


Juli 2011 willen wij de ultieme uitdaging aangaan door net als Sisyphus uit het oude Griekenland de steen tegen de berg op te rollen. Maar anders dan in de oude mythe rolt onze steen niet terug de berg weer af maar wordt het de hoeksteen bij de school die we in Kenia willen bouwen  voor Masai kinderen in Kenia.  
Samen met onze Keniaanse  medebouwers willen we het onmogelijke proberen te waar maken. Een duurzaam complex waar kinderen een vak kunnen leren en kans krijgen op een menswaardige toekomst in een verdraagzame wereld.
Als symbool willen wij ook echt met de steen tegen de berg op. Met een klim naar de top van de bijna 6000 meter hoge Kilimanjaro willen we laten zien dat het onmogelijke waargemaakt kan worden. Niet alleen voor de toekomst van de Masai maar ook voor die van ons en de rest van de aarde en haar bewoners.

Met de steen op  de top van Afrika’s hoogste berg doen we dan ook de oproep aan de wereld om het roer drastisch om te gooien en te kiezen voor meer verdraagzaamheid tussen volken,  duurzame energie, en het recht op onderwijs voor ieder kind.

 

 

Bekijk het Filmpje Kilimanjaro Kei

 

 

In de voorbereiding hielden we en baksteendominoBekijk hier het filmpje

 

 

 

terug

KK Machiel Henk

 

zonsondergang

leggen KK school

 

 

Hieronder het dagelijks verslag van de beklimming van Kilimanjaro met de Kei op onze rug.

 

Kilimanjaro Kei
Polytechnical school for Masai-children
Team Kenia 2011
Henk van Noorloos

 

Dag schat
X je over 2 ½ week
Xxx

Dag lieve papa
Veel plezier & succes
-xxx-
Im

Nou Henk
Met bloed zweet en tranen voor mentale steun kun je altijd bellen
0623445042 …


 

12 juli 2011
16.48 uur
We rijden net Andel uit in de bus van Zwaluw reizen. Net afscheid genomen bij de Ark. Nog een beetje opgewonden iedereen. Weer is een beetje aan het omslaan, de zon is weg, bewolkt nu. Straks op Schiphol, de vlucht naar Nairobi.
Circa. 21.30 uur. Net opgestegen vanaf Schiphol. Zojuist het slechte weer onder ons gelaten en vliegen na wat flinke luchtzakken boven de wolken. Links naast me zit Laura van Newcastle.Ze is gisteren na een maand werken in een ziekenhuis in Sydney via Heathrow (london) gekomen, een dag thuis geweest om haar koffers, kleren om te wisselen en heeft nu medicijnen bij zich voor Dar es Salam Tanzania, waar ze nu een maand gaat werken in een ziekenhuis. Ze is helemaal Total loss en heeft het gevoel dat het midden in de nacht is. Ze kwam op het laatste moment aanlopen, de vlucht is overboekt, waardoor Jan, Diederik en Wilma pas morgen kunnen vliegen. Laura kon nog net mee en vroeg of ze een heel kort telefoontje naar huis mocht doen met mijn mobiel, omdat haar ouders dachten dat ze niet meer mee kon.
Rechts naast me zit een vrouw van een jaar of veertig uit Zambia.  Ze is vertegenwoordigster van ‘The Lions’ en is op doorreis vanuit Seatle USA.
Het is nu schemerig, de jonge Kenia gasten praten wat met elkaar, blij dat ze even van hun plek kunnen.
Het toestel, een boeing 777 van Kenia Airways, schudt weer flink door het slechte weer.
Vreemd dat ik het de gewoonste zaak van de wereld vind om nu echt naar Kenia en Kilimanjaro te gaan.

Inmiddels een uurtje of twaalf in de nacht.
Begon net al bijna in het Engels te schrijven, door de gesprekken met mijn vliegtuigburen.
O ja, even voor Arne en Remco: Laura zei net dat mijn Engels “very good is”, zonder dat ik daarom vroeg.
Hebben net gegeten: aardappelpuree met kip, muffin en een broodje.
Net mijn bril uit de koffer boven mijn hoofd gevist, zodat ik mijn lenzen uit kan. Het voelt of we al dagen onderweg zijn. Je vergeet haast dat je op 10 km hoogte zit, iedereen is klaarwakker en kletst wat of kijkt film.

Woensdag 13 juli 2011 10.03 uur lokale tijd.
Zit naast Machiel achter de controlepoort van de douane. Het alarm ging bij mij natuurlijk af, schoenen uitgedaan. Buiten het airco gebouw ziet het er al warm uit.
10.45 uur vliegen we naar Kilimanjaro Airport. Daar worden we opgehaald door iemand van de reisorganisatie voor een ritje naar de Colobus Mountain Lodge bij Arusha Tanzania.
Ben aardig gammel,na een nachtje zonder  slaap. Twee keer aan boord gegeten. Zo meteen waarschijnlijk niets, is maar een uurtje vliegen.  Heb nog niet het echte Afrika gevoel, maar dat komt nog wel.

Woensdag 13.32 uur  Colobus Mountain Lodge Arusha Tanzania.
Net aangekomen na taxirit met Abidu. Je kijkt je ogen uit, veel mensen langs de weg.
Mooie lodge tegen nationaal park aan. Erg moe en slaap.

 

Woensdag 16.33 uur
Net wakker na een uurtje snurken (volgens Machiel). Krijg mailtje van Aria dat bedrijf is verkocht. Zo meteen rugtas en reistas pakken voor Kili en straks weer eten.

Woensdag 19.00 uur
Het is hier aardedonker en koud. Zelfs binnen met T-shirt en spijkjasje aan. Aria zal vast wel aan het werk kunnen blijven. Straks een sms’je sturen, nu eerst eten en vragen wat we morgen kunnen doen, de markt in Arusha of safari.

Donderdag 14 juli 2011 13.58 uur
Vannacht aan een ruk geslapen, tot de wekker van Machiel om 7.30 uur riep voor het ontbijt.
Droomde net van een half zachte kruiwagenband, waarvan ik geen zin had hem op te pompen. Gered door de bel dus. Douchwater was minder dan lauw, maar toch lekker opgefrist. Ontbijt in de grote lodge, deze lijkt net die puntpoort in de Efteling. Uitgebreid ontbijt, met vers fruit, geroosterd brood en roerei. Daarna gevraagd hoeveel een safari door Arusha National Park kost: 250 dollar. Niet dus.
Dan maar vragen naar de taxikosten vv Arusha: 50 dollar. Ook niet dus. Van een Nederlandse broer en zus die de Kilimanjaro juist hebben beklommen, hoor ik dat 2 halfvolle vuilniszakken kleding wassen 30 dollar kost, kortom alles erg duur.
Van de zus horen wij dat zij een wandeling met de kok hebben gemaakt langs het National Park van een paar uur. De kok wil wel en zo wandelen we even later over een rotsachtige kleiweg langs plantages met koffie, bonen, bananen, langzaam maar zeker omhoog. Samuel is een vriendelijke aimabele man die graag vertelt. Zo krijgen we in een vier uur durende excursie van alles te horen  over land, streek en de mensen etc. Overal zijn mannen, vrouwen en kinderen aan het werk. Vooral met het bespuiten van de aardappels en bonenstruiken. We zien de plaats waar een paar dagen geleden olifanten een heel stuk bos en mais hebben kaal gegeten. – Als ze nú maar wegblijven, denk ik en speur de omgeving af en luister naar verdachte geluiden. Gelukkig komen ze alleen ’s nachts volgens Samuel. De ‘weg’ waarop we lopen vormt de grens met het wildpark. Het wild laat zich hier niet altijd door tegen houden. Zebra’s, giraffen, buffels, apen, cheeta’s, en olifanten maar geen leeuwen. Voorlopig zien wij niets, wat ik helemaal niet erg vind. Samuel en Machiel hopen op de Colobus-aap die hier heel veel voorkomt en waarnaar zelfs onze lodge is vernoemd. Uiteindelijk ontdekken we er een paar die hoog in de bomen gracieus heen en weer schieten. Ook zien we zwarte apen en veel vlinders. De weg gaat alsmaar omhoog om bij een dorpje uit te komen waar mensen ons groeten. “Jambo”, goeiendag “how are you?” “I am fine, how are you?” Op een zeiltje is een schoenmaker een zool van een paar hoge werkschoenen aan het lijmen.  Een stuks of tien paar aftandse paren staan in de verkoop. De man probeert Machiel er een paar aan te smeren. We lachen eens en gaan weer verder. Fijn dat Samuel in het Swahili steeds even wat woorden wisselt om uit te leggen wat wij hier doen. Tenminste dat denk ik te begrijpen uit de manier waarop er gesproken wordt. Als Machiel een mooie groentetuin met een huisje erop fotografeert wordt de man die erin aan het werk is opeens woest. Samuel legt ons uit dat men westerlingen ziet als wandelende geldbomen die ‘hun’ foto’s thuis voor veel geld verkopen. Daar willen ze een graantje van mee pikken. Bij de school waar Samuel zo’n vijftig jaar geleden zelf op heeft gezeten horen we de kinderen al opgewonden roepen als ze ons aan zien komen. ‘M Zungu’ of ‘Mwanzi’ (blanke). Samuel praat even met de juf in de deuropening en dan mag Machiel een paar kinderen op de foto zetten.[ Ik zou het ook wel willen maar voel me altijd een beetje opgelaten, een soort aapjes kijken, een beetje gênant]. De klas zingt zelfs een liedje voor ons. Als ze bel voor de pauze gaat worden we zelfs omringd door drommen kinderen in hun paarse schooluniformpjes. Even later mis ik een fantastisch fotomoment door dezelfde gêne. Machiel laat gehurkt een foto zien tussen een wolk donkere kinderkopjes. Ook bij deze kinderen is het besef van westerse geldbomen doorgedrongen en  klinkt zachtjes de roep ‘gi my money’. Samuel wijst in de richting van zijn geboorteplaats die ca. 30 minuten lopen is. Dan wandelen we eindelijk weer naar beneden dezelfde weg terug. Toch een hele tippel. Samuel vraagt of we moe zijn. ‘Nee hoor’ roepen we nonchalant. Hij heeft ons door, ‘omdat we morgen de Kili op gaan zeker?’ Kun je nu moeilijk zeggen dat je moe bent. Na precies vier uur zijn we terug en hebben ongeveer twaalf kilometer gewandeld. Mmmm…… toch niet gek.

De lunch staat bij terugkomst al klaar. Samuel heeft de moeder van het serveerstertje gebeld. Heerlijke spaghetti en twee bananenpannenkoeken  als toetje. Nu schrijf ik dit onder de veranda van ons ronde huisje met een paar stenen onder de voorpoten van de enige luie stoel die ik buiten heb gezet. Gisteravond en vanmorgen was het koud en begon ik met T-shirt, trui en spijkerjasje. Nu is alleen het T-shirt over. In de zon, als hij schijnt, heb je wel een petje nodig, echt warm is het niet.
Vanavond komt de ‘chiefguid’ (hoofdgids) die met ons mee gaat op de Kili. We zijn benieuwd.

Zaterdag 16 juli ca. 14.00 uur Shira camp op ruim 3800 m.
Vanmorgen op 3000 m gestart. Gistermorgen om ca. 7 uur uit bed in Colobus lodge. Daarna met een minibusje opgehaald door Eziekiel. Gelukkig hebben we een rustige chauffeur want er wordt op de tweebaansweg weg volop ingehaald door anderen. Ook voor onoverzichtelijke bochten of heuvels. Er stappen een stuk of 5 porters (dragers) in. Onderweg nog even bananen gekocht bij een benzinepomp. De lucht wordt steeds donkerder en als we aankomen bij de start op 1800 meter regent het. Fijne motregen waar alles nat van wordt. Dus snel het regenpak aan. Ik twijfel of ik nog een regenzeiltje voor m’n rugzak zal kopen bij een van de vele verkopers van allerlei waar die net buiten de grote poort uithangen. Nadat de inschrijving is geregeld en we onze namen en gegevens in een soort logboek hebben geschreven gaan we om ca. 13.30 uur van start in de regen. Meteen steil omhoog op een modderig pad. Al snel voel ik mijn heupen en bovenbenen opspelen, maar ja, ik wilde zo nodig die 5 kilo zware Kilimanjaro Kei mee omhoog. Eerst gaan we nog over een soort gravel maar al gauw is het allen blubber. Maar goed dat m’n regenbroek over mijn kleren aan heb want die ziet er al snel niet uit. Gelukkig is het pad wel hard en zuigt de modder niet. Bennie is onze gids die steeds voor ons uit loopt en nauwkeurig ons tempo in de gaten houdt. Langzaam lopen ‘poole poole’ is de manier om boven te kunnen komen. Voor mij gaat het hard genoeg. Mijn buik voelt niet erg lekker. Toch wat verkeerds gegeten? We zien niets van de berg alleen bomen met dik mos erop en in slierten eraan. Zo af en toe vijf minuten rust om te drinken, het advies is, liefst zoveel mogelijk. Tegen de hoogteziekte. Gisteravond de eerste diamox-pil op tegen hetzelfde euvel. Ik twijfel of ik wel door moet gaan met het slikken van mijn malariapillen omdat boven de boomgrens geen muggen meer voorkomen. Toch maar wel gedaan. Dan moet ik toch echt snel even uit de broek. Wonderlijk, precies op die plaats staat precies een houten poepdoos langs het pad een eindje in het bos. Het is een dunne boodschap. Dat beloofd niet veel goeds. Hoop dat Norit straks helpt. In een donkere koude klamme schemering komen we eindelijk aan op 3000 meter hoogte. Twaalfhonderd meter omhoog in een uur of vijf. Voel me koud, nat en redelijk ellendig. De dragers hebben het inmiddels gepresteerd een waar feestmaal te bereiden. Ongelofelijk, die gasten lopen hetzelfde stuk als wij maar bovendien met een kilo of vijftien op het hoofd of rug en dan een stuk sneller. Het eerste bakje gloeiende thee is het lekkerste dat ik in tijden op heb. Eet alles op wat me wordt voorgezet tot ik bijna knap, met tussendoor nog een keer 6 norit. Na het eten weer erg dun op de houten plee in het donker. Toch voel ik me na het eten en vele zoete dingen opgeknapt. Alleen zit ik te rillen van de kou en duik zo snel ik kan om 21.00 uur in mijn donkere slaapzak, met kleren, jas en al. Machiel was duidelijk veel beter op dreef vandaag. Ezekiel is steeds heel bezorgd om mij, ‘because your age’ (vanwege mijn leeftijd, lees ouderdom…..)
Vandaag, zaterdag, veel beter gegaan. Bij het handen wassen in een teiltje met een laagje lauw water wel een heel gekke ervaring. Het lijkt of het water onder stroom staat. Mijn vingers beginnen te trillen alsof ik schrikdraad beet heb en haal snel mijn handen eruit. Ik kijk naar m’n vingers, niets bijzonders te zien, Nog eens kijken. Opnieuw onderga ik de merkwaardige sensatie alsof ik schrikdraad vast heb. Waarschijnlijk een bijwerking van de Diamox. Tijdens het lopen geen last meer gehad van mijn darmen, alleen het beeldscherm van mijn mobiel heeft het begeven, da’s wel balen. Waarschijnlijk tegen de steen (Hart Rock eMotion) die ik dezelfde zak had. Net weer vorstelijk geluncht. Nu moet ik heeel nodig plassen, doei…

Zaterdag 18.20 uur 16/07/2011
Na een drie kwartier rust, waar ik het bovenstaande verhaaltje schreef, hebben we een wandeling gemaakt om te acclimatiseren. Als een veertje zonder die zware rugzak met steen, wat een verschil. We zijn van 3851 naar 4008m geklommen en weer terug. Jammer dat m’n beeldscherm kapot is, kan ik Arne geen sms sturen voor hun vakantie (naar Madeira). Zo meteen is het in een kwartier tijd roetdonker dus ik ga m’n spullen in orde maken en m’n lamp zoeken en daarna eten.[ Vannacht werd ik steeds wakker, lag niet lekker. M’n heup raakte steeds de harde rotsgrond en hoe ik ook draaide en woelde ’t werd er niet beter op. Toen bleek mijn slaapmatje lek. Oei, als ik zo de rest van de reis op de kale grond moet slapen lijkt me niet geweldig. Opeens schiet me te binnen dat Sjaak van Tilborg, van wie ik de slaapzak die geschikt is tot min 20 graden en dito matje heb geleend vertelde dat er een plaksetje bij zat. Dus na de laatste wandeling als de zon nog schijnt ga ik op zoek en vindt het in de hoes. Nu nog het lek zoeken. Hoe doe je dat, zonder bak met water om hem onder te dompelen? De porters die rond de tentjes bezig zijn hebben er weinig fiducie in dat het me zal lukken.  Het moet een piepklein gaatje zijn dat je amper kan zien met het blote oog. Ik blaas het zo hard mogelijk op en tast voorzichtig de oppervlakte af en speur naar een minuscule beschadiging. Jippie, ik vind het kleine speldenprikje. Als ik er wat spuug op doe groeien er kleine luchtbelletjes onder. De gebruiksaanwijzing in ’t Engels is me niet helemaal duidelijk. Het is een soort epoxyhars in een tubetje met een lapje. De lijm moet eerst een paar minuten in bijna kokend water. Dan snel de lijm erop en het lapje en meteen de vlakke bodem van de pan met het hete water erop. Helaas lijkt  de panbodem  op het maanlandschap rondom ons. Met de moed der wanhoop en de angst voor de harde nachten probeer ik zo goed en kwaad als het gaat het lapje in de 2 minuten dat de lijm vloeibaar blijft het gat te dichten. Het lijkt warempel gelukt al flappert de rand van het lapje wel een beetje.  Als het donker is zien we schuin voor ons in de diepte een kleine wolk van lichtjes zo groot als speldenprikjes, Moshi. Het is loeikoud toch staar ik met open mond naar de sterrenpracht  boven me. Een schouwspel dat ik in de verste verte nog nooit heb mogen aanschouwen. Ongelofelijk, de zwarte hemel is van horizon tot horizon bezaaid met ontelbare sterren. Knotsen van sterren die je bijna vast kunt pakken. Probeer er een paar foto’s van te maken maar dat valt toch niet mee. Jammer dat het zo verrekte koud is anders zou ik er uren naar kunnen kijken. ]

Zondag 17/07/2011  ca. 18.30 uur
Vandaag omhoog van Shira camp 3851 naar Barranco 4650  meter en daarna weer naar 3900 meter. Mijn matje is hard gebleven vannacht. Omhoog gaat goed.  Gestart met alle   [kleren aan. Binnen een kwartier zowat alles uit kunnen doen toen als de zon opkomt en we gestart zijn met lopen. Urenlang door een soort maanlandschap vol brokken steen zover je kunt kijken. Op het bijna het hoogste punt is het eettentje opgebouwd en smullen we weer van onze ‘hot lunch’. Blijft gek, hoe snel je afkoelt als je stopt met lopen. Ook de zon die ’s morgens zo lekker scheen is achter koude mistflarden verdwenen, dat scheelt een paar dikke jassen. Een paar Scandinavische jongeren zijn tegelijk met ons bij de ‘Lavatower’ Een van de meisjes ziet er helemaal niet goed uit en strompelt rond met een wezenloze uitdrukking op haar gezicht. Dan dalen we urenlang af. Zeker zo vermoeid als klimmen. Ik kan maar moeilijk het ritme vinden omdat ik bang ben weg te glijden op steile stukken. Pas de volgende dagen leer ik wat beter af te dalen. Je moet heel goed opletten waar en hoe je je voeten neer zet. Goed naar gids Bennie of Ezekiel kijken. Automatisch plaatsen ze hun voeten op stenen met de kleinste afstap en zijn steeds bezorgd of het me ook wel lukt. Na uren omlaag, omhoog en weer omlaag zien we tegenover het kamp een verticale rotswand van een paar honderd meter hoogte die donker tegen de lucht erboven afsteekt. Daar moeten we morgenochtend tegenop!??? Ondertussen passeren we ook steeds prachtige planten en begroeiing waar ons van alles over wordt verteld.]

[ 20 september getypt]

Maandag 18 juli 2011 7.30 uur
Net de spullen al weer een beetje ingepakt. [Begint routine te worden. Slaapzak en matje zo strak mogelijk oprollen en in de hoes. Nadenken wat je aan moet en wat je mee neemt in de rugzak voor onderweg. Kleding, zonnebril, bril, ‘long hat’ (muts), schilderspetje voor als de zon schijnt, eten en vooral drinkflessen gevuld, zodat je een liter of 2 á 3 hebt om de dag mee door te komen, norit en aspirine. Alles een beetje gerangschikt in je rugzak zodat je weet in welk vak wat zit. Toiletpapier in de kontzak. Zonnebrand smeren, factor 50, Diamox en Malerone slikken, tanden poetsen. De rest in reistas proppen. Dan de muskietenrits van het tentje proberen te openen. Dit gaat erg stroef en als je het van de vereerde kant doet loopt de rits vast en sluit het gaas niet meer. Daarna de buitenrits en vervolgens je zwarte stinksokken, die ik al draag sinds het begin van de klim door het gat naar buiten steken, liggend op je rug. Voorover buigen en proberen de zware ‘berg’schoenen aan je voeten te krijgen en je dan zonder het tentje te beschadigen naar buiten wringen].
Hebben thee en koffie heel luxe in de tent op bed gehad van Rocky de hulp kok in zijn rode jack met donkere ijsmuts. Waarbij hij breed glimlachend  steevast het enige soort Engels woord spreekt dat hij kent en klinkt als Tsheeejah (thee). ‘Tsheejah’, imiteren we hem dan als dagelijks ochtendritueel.
Alles wordt op één gaspitje gekookt, gestoofd, gebakken en geroosterd. Heb alweer zes lagen kleding aan, spijkerjasje erover en als ik de tent uit ga voor het verdere ontbijt in het tochtige groene eettentje gaat daar de ski-jas van Arne (zoon) en mijn regenbroek nog overheen. Anders zit ik nog te rillen van de kou. Daarna gaan we direct de zogenaamde ‘breakfastwall’ doen. Steil, bijna verticaal omhoog, zo’n tweehonderd meter! Hoop dat het goed gaat.
’s Nachts laat ik zoveel winden zodat een hete lucht ballon erdoor op zou kunnen stijgen. En nog uren na het diner boer ik het eten op. De diarree van de eerste dag is inmiddels omgeslagen in een soort verstopping. Daarom net maar koffie genomen. Rocky heeft net een teiltje gebracht met een bodempje warm (lauw) water gebracht om je te wassen. Het blijft bij alleen de handen. Zeep heb ik niet meegenomen naar de Kili om gewicht te besparen [later vond ik toch het stuk zeep in m’n tas, dus blijkbaar had ik het wel bij me]. Gisteravond met ezekiel gesproken over het eventueel kopen van een nieuw mobieltje in Moshi na afloop van de tocht. Net wel 2 sms-jes ontvangen van Aria en Arne. Kan ze niet lezen maar toch leuk.

13.00 uur Aankomst Karanga kamp 4043 m
Vandaag(vanmorgen) prima gegaan. Eerst tegen de steile tweehonderd meter hoge rotswand omhoog. Leek een beetje op echt bergbeklimmen. [ halverwege was passeren we de zgn. ‘kissing stone’ hier moet je als een vlieg tegen de wand geplakt, om een stuk rots dat over het ‘pad’ hang heen klimmen. Hierbij steek je met je gezicht naar de rots, eerts je rechterarm erom heen en omhels je als het ware de rots. Velen kussen hem, vandaar de naam. Ezekiel laat zien een echte leider te zijn als hij hierbij het enorme pak van een van z’n jongens even overneemt omdat deze het niet aandurft. Het is ook nog maar een jongen van een jaar of vijftien].
Boven gekomen heerlijk in het zonnetje met alleen nog een thermohemdje aan op een bijna vlak stuks rots waar iedereen trots op de foto wil boven het juist overwonnen ravijn. Een porter van ene andere groep maakt hierbij de gekste sprongen zodat op de foto zal lijken alsof hij boven het ravijn vliegt. Dat vinden vele anderen ook wel grappig en is er een gespring tot en met.
Gek, beneden gestart met zes lagen onder jas en handschoenen en nu opeens weer zomer.[ Al voelt iedere windvlaag in de ijle lucht alsof je voor de geopende deur van de diepvries staat.]
Hierna is het urenlang dalen en stijgen over bergruggen door rivierbeddingen met prachtige stroompjes en bloemen. Krijg van Machiel de goede tip om bij het afdalen niet steeds tegen te houden maar iets meer vaart te ztten en een soort hardloopbeweging te maken. Dan gaat het inderdaad veel beter. Ervoor vond ik afdalen veel vermoeiender dan klimmen. Zo meteen de lunch die ze op dit moment weer voor ons aan het koken zijn. Jawel koken. Inmiddels weer rondom in de mist. Onvoorstelbaar hoe snel de temperatuur hier zomaar tien á twintig graden kan zakken of stijgen. Vanmiddag gaan we geloof ik met Ezekiel op hoogtestage om te acclimatiseren. Gelukkig zonder negen kilo rugzak met steen.

14.45 uur
Lig even voor pampus in de tent. Niet van vermoeidheid maar van het vele eten. Eerst een pannetje soep, allebei zo’n anderhalve kom. Daarna, je geloofd het niet, een pan friet en een pan groenten met bruine- en snijbonen, uien en wortels etc. Allebei twee volle borden en twee schaaltjes groente. Als toetje een beker thee en chocolademelk. Zo meteen gaan we met Bennie een wandeling maken. Hopelijk blijft de zon schijnen. Misschien halen we de 4200 meter?

Zijn inmiddels terug na een wandeling van twee uur naar 4395 meter. Niet met Bennie maar met Ezekiel. We hebben meteen les gehad in ademhalingstechniek. Bij bergop lopen doe je een stap met je ene voet en ademt (hoorbaar)door je neus in. Bij de stap met je andere voet adem je door je mond uit. Op die manier klopt je pas ‘pieeze’ precies met je ademhaling en word je veel minder snel moe. Dit is nodig om de laatste etappe vanaf basecamp naar de top (summit) te kunnen halen. Ook moeten we ons heel goed kleden met winddichte kleding / muts / skibril en voldoende onderkleding omdat anders onderkoeling dreigt. Machiel zitten buiten met Bennie over voetbal te kletsen. Zou Gerrit thuis in Andel al bezig zijn met het schilderen van de wanden van ons nieuwe appartement? Hoop dat Aria het een beetje kan bolwerken. [ Heb geen beste voorbereiding gehad. Sinds half mei heb ik niet meer hardgelopen. Wilde geen risico lopen met een dreigende achillespeesblessure. Bovendien zijn het wel heel hectische maanden geweest door de verkoop van ons huis en de koop en afbouw van ons appartement. Heb de laatste weken keihard gebeukt alles te regelen en het zetten van 40 m2 wandtegels in de laatste week voor ons vertrek. Een uitgerust vertrek was er dus niet bij. Meteen na onze terugkomst liggen 124 m2 vloertegels en een verhuizing te wachten. Maar nu ben ik hier. Heb vooral de eerste dagen gewenst dat we maar vast op de top waren. Door de vermoeidheid, kou en maagklachten is het soms lastig te genieten. ’s Nachts is de sterrenhemel overweldigend. Heb werkelijk nog nooit zoiets gezien wat maar enigszins in de buurt komt, fantastisch! Ook nu is het uitzicht fabelachtig en surrealistisch. Besef nog niet echt hoe bijzonder deze dagen zijn.] Volgende week zaterdag zijn we week thuis als het goed is. Daar hou ik me maar aan vast. Ezekiel wil de steen het laatste stuk dragen. Hij is zo bezorgd om mij (my age) Ook is hij een Masai uit Tanzania. Doordat zijn moeder per ongeluk kokend water over hem goot toen hij acht was en hem naar een ‘wichdoctor’ (natuurgenezer) wilde sturen is hij op school terecht gekomen. Zijn oom heeft hem meegenomen naar de stad en hem naar een moderne dokter gebracht. De stad, Arusha (of Moshi?) beviel hem zo goed dat hij daar bij zijn oom gebleven is en naar school is gegaan. De automonteursopleiding heeft gedaan en het daarna via drager tot chiefguid heeft geschopt. Daarom vind hij Kilimanjaro Kei zo’n goed idee en wil hij ons graag steunen. Intussen staat de zon alweer laag en moet ik m’n spullen vast weer klaar leggen voor het donker wordt.

Dinsdag 19 juli 6.50 uur
Al een tijdje wakker. Net geprobeerd het stof van de fotocamera af te halen maar dat was geen succes geloof ik. Daarvoor eindelijk ontdekt hoe ik een opgenomen filmpje terug kan zien. Vanmorgen gaan we naar Barafu,  basecamp, op 4600 meter. Daar willen we vanmiddag foto’s maken voor onze sponsors van de Kilimanjaro Kei. Ook een filmpje opnemen met een interview met Ezekiel over het waarom hij de steen het laatste stuk vannacht voor ons naar boven wil dragen. Machiel is inmiddels ook wakker. De tentbodem ligt nogal scheef onder ons, waardoor we ongemerkt steeds naar beneden tegen de deuropening aan schuiven. Vannacht had ik het voor het eerst zo warm dat ik m’n dikke fleece muts heb afgedaan. Heb ook voor het eerst een beetje een bloedneus. Voor mij niets bijzonders. [heb ik sinds mijn jeugd] Kan wel lastig zijn bij het klimmen straks. Buiten zijn al zeker een uur de stemmen te horen van onze Tanzaniaanse vrienden die voorbereidingen treffen voor het ontbijt en de tocht van vandaag. Waarbij ze alle tenten, potten, pannen, stoeltjes, tafel, eten [de hele santenkraam]  weer naar boven zullen sjouwen.

Dinsdag 19 juli 12.30 uur 4643 meter
Gearriveerd in het basiskamp (basecamp). Heb een heel klein beetje een licht hoofd, niet ernstig. Strak blauwe hemel, scherpe zon. Prachtig uitzicht. Rechts een rots[partij] die zo lijkt weggelopen uit Death Valley USA. Links ‘the summit’ (top). Even een truitje uittrekken, warm hier. De tent staat scheef, niet zo verwonderlijk. Echt een maanlandschap hier.[ echt geen meter vlak ]. Ben wel moe maar niet overdreven. Zo meteen weer een hot lunch. Machiel is even een ‘email verzenden’[ synoniem voor grote boodschap doen. Hij is nu flink aan de dunne. Bij mij zit het ook nog steeds niet goed, maar hij heeft duidelijk meer last op dit moment] Ezekiel is helemaal niet tevreden over de plaats waar ze het kamp hebben opgebouwd [vol in de wind]. Aan de andere kant van de rots rug hadden we uit de wind gestaan. We moeten hier niet te lang in de zon gaan zitten anders krijg je geheid hoofdpijn. Ben wel blij met m’n schilderspetje, dit valt mooi over m’n oren en gezicht. Als het kouder wordt wissel ik het voor m’n fleecemuts. ‘Long hat’, noemt Ezekiel deze. Heb ook de hoed van mijn pa nog een tijdje opgehad een paar dagen geleden maar die waait snel af.

Ca. 14.30 uur
Net weer heerlijk geluncht. Soep, geroosterde kippenpoot en twee gebakken tosti’s, pakje appelsap, thee, koffie. Het waait hier vlakkerig. Op de scheerlijnen van de tentjes liggen grote rotsblokken en zelfs in de tent in de hoeken. [het gebeurt hier regelmatig dat een tent compleet de lucht in waait]. Heb al m’n lege drinkflessen weer in een plastic tas gedaan om te laten vullen met gekookt water.
Voor het eerst ook het thermoskannetje en de dubbel geïsoleerde koffiebeker. Vannacht gaat het dan gebeuren. Gids Ezekiel kijkt zorgelijk. Hij is al meer dan tweehonderd keer met een groep naar boven geweest. Niet één keer is hetzelfde. De berg en vooral de weersomstandigheden zijn onvoorspelbaar met verraderlijke winden, storm, sneeuw etc. Ik stel hem nog voor om zelf toch de Kilimanjaro Kei tot vijfduizend meter te dragen. Hij twijfelt. Hij wil ook wel heel graag dat ik the summit haal. Voor we vannacht weggaan zal hij de beslissing nemen. Het filmpje met hem wil hij ook liever na afloop doen. Ik begrijp dat wel, er zal dan een hoop spanning van hem afgevallen zijn. Ik voel me heel sterk en denk dat ik vast de top zal halen, ook mèt de steen. Maar zijn respect voor de berg leert me nederig te zijn. Hij weet waar hij over spreekt. We gaan geen oefenstuk meer lopen maar nemen rust. Aan het eind van de middag diner en het plan bespreken voor the summit. Daarna proberen we een paar uur te slapen. Tegen middernacht gaan we dan op pad. Twaalfhonderd meter klimmen van 4645 naar 5895 meter in een uur of zes. Bij zonsopgang zouden we dan boven moeten zijn om de zon op te zien komen. Binnen een half uurtje dalen we dan weer richting dit basiskamp. [ De rest van de porters blijven dus hier om op de spullen te passen. Er komt zelfs iemand in ons tentje slapen om de spullen te bewaken]. Na slechts een paar uurtjes rust dalen we dan in een ruk door naar 3000 meter [ is de bedoeling]. Alleen als we helemaal uitgeput zijn blijven we nog een extra nacht hier. Maar dan moeten we de dag erna in een keer door van 4645 naar 1800 meter. Dus iedereen hoopt op de eerste optie. Net onder de lunch had Machiel opeens verbinding / bereik en kwam er via hem een bericht van Aria, lief. Moet zo meteen wel even een ‘email verzenden’. Alle houten plee’s zijn hier omgewaaid of gesloten dus moet je een heel eind de losse leistenen berg af. Terwijl ik dit schrijf komt Machiel de wc rol halen. Hij gaat klokken hoelang hij erover doet naar de exemplaren een eind verderop boven ons op de rots. Is nu 15.06 uur. Hij heeft net een hele conversatie met Bennie gevoerd over het leven in Holland en Tanzania, was een leuk achtergrondgeluid bij m’n geschrijf. Deze week is ook goed voor m’n engelse uitdrukkingsvaardigheid. Leer veel van Machiel. Begin het de laatste dagen steeds leuker te vinden. Komt vooral doordat m’n lichaam went aan de inspanning en hoogte. Ook m’n darmen zijn een heel eind weer in orde. Dat is nog wel het plezierigste. Met Machiel klikt het prima en kan het heel goed met hem vinden. Ook al verschillen we meer dan ik vooraf dacht. Vanmorgen voor het eerst in dagen mijn handen gewassen met echte zeep, het water zag zwart. O, daar is Machiel weer. In tien minuten heen en terug. Dan ga ik ook maar een poging wagen. Woooouw, dat ging maar net goed. Haalde na een klim van zo’n dertig meter recht omhoog maar net op tijd de plee. [diarree toch nog niet over dus] Heb daarna even lekker alleen in de zon gezeten. Boven welteverstaan. Er is hier geen vlak stukje rots te vinden zodat we de diepte in…. [?]
Om vijf uur diner, waarbij ze ons volstoppen ondanks het feit dat we om twee uur nog weer een 3-gangen hotlunch op hebben. Bij ons allebei spelen de darmen op. Vanaf de eerste dag bij mij en nu is ook Machiel  het slachtoffer. Na het eten alles klaar zetten. Zoveel mogelijk lagen kleren. Ik doe alles meteen maar aan, een laag of tien omdat het ’s avonds zooooo koud wordt. Dan zeker drieënhalf liter water. Ezekiel komt altijd aan het eind van de maaltijd de komende dag bespreken. Dit keer is het echt heel speciaal. Hij heeft diep ontzag voor de Kili en weet dat heel goed op mij over te brengen. Al dagen geleden hebben ze aangeboden de Kilimanjaro Kei de laatste etappe naar de summit te dragen. Vind ik wel een heel mooi idee doordat Ezekiel en Bennie helemaal achter het project staan. Toch lijkt het mij wel wat om de kei van ons kamp op 4650 naar 5000 meter te dragen. Hij geeft echter geen toestemming en eigenlijk vind ik het allang best. Na het eten naar bed om een paar uurtjes te slapen. Als ik wakker wordt lig ik lange tijd te luisteren naar de Tanzaniaanse kampbouwers. Om 23.00 uur zullen we worden gewekt. Ik heb geen tijd. Geen horloge of mobieltje en maak uiteindelijk maar een  foto van het tentdoek boven me. Zo kan ik [op het schermpje] meteen de tijd zien. We worden geroepen en krijgen in het eettentje porridge (warme pap) van mais of zo. Het ziet er niet uit maar smaakt meestal verassend lekker.[vooral met veel suiker] Nu zitten we alleen allebei nog vol van al het ge-eet. M’n buik voelt nog steeds niet helemaal lekker en door de skijas van Arne en skibroek van de Aldi heb ik het al snel zo warm dat de onderste lagen T-shirts en thermohemden drijfnat worden van het zweet. Machiel moppert op ezekiel waarom we niet gewoon een half uur eerder zijn vertrokken. Nu is het één lang lint van klimmers die allemaal over hetzelfde lastige rotspad naar boven willen. Ezekiel probeert wat groepen in te halen door over de rotsen of steengruis evenwijdig langs het ‘pad’ te gaan lopen en dat zint Machiel niks. Het gaat stijl omhoog en braaf adem ik in en uit bij iedere stap. Mijn hoofdlampje heb ik nu voor het eerst op omdat ik zeker wil weten dat het tot de morgen blijft branden. Het is een smal natuurlijk pad dat kriskras tussen rotsblokken loopt. Eigenlijk is het helemaal geen pad maar volgt iedereen de meest begaanbare route. Er waait een ijskoude harde poolwind van rechts [zo voelt het tenminste] Probeer het koordje in de capuchon van Arne’s jas te vinden maar het lukt me niet onder het lopen. Na een tijdje voel ik m’n buik weer wat opspelen en daar zit ik dan op 5000 meter hoogte en m’n blote gat [ midden in de nacht]. Het is weer dun. Dacht dat ik er vanaf was. Ik voel me echt niet lekker en voel een soort apathie  over me komen. Ik pak de schouder van Ezekiel die voor me loopt. Voel alle kracht uit me weg vloeien. Dus hier is dan het einde van mijn Kilimanjaro klim. Wel hel vervelend voor de andere drie. Ezekielzet me kordaat tegen het eerste beste rotsblok en kijkt me schijnend met zijn hoofdlamp recht en diep in mijn ogen. Die kan ik nog vrij aardig recht houden. Uit de meegebrachte thermoskan krijg ik wat half warm water [te drinken] en Ezekiel vraagt of ik energierepen bij me heb. Ik wijs met m’n wandelstok het juiste vak aan en hij propt er zonder veel omhaal een in m’n mond. Ik voel me meteen al wat beter. Ezekiel neemt mijn rugzak over [en zegt resoluut ‘come on, lets go’] En zo stommelen we verder. Ik wissel van plaats met Machiel die de afgelopen twee dagen wat minder sterk was. De zwakste schakel loopt altijd  meteen achter de gids. Zo gaan de uren langzaam voorbij. De kou is om te snijden. En als ik de stok een tijdje in  m’n rechterhand heb gehouden voel ik onder de dikke handschoenen van Remco m’n vingers dood worden van de kou. Als ik de stok in m’n andere hand doe volgt een pijnlijk proces, de tintel, als het bloed weer gaat stromen. Doe niets anders dan mijn voetstap in die van mijn gids zetten [stap voor stap, minuut na minuut, uur na uur] Allerlei gedachten dwarrelen door m’n hoofd, durf niet verder te kijken dan de volgende stap. Dan opeens houdt het geklim even op en bereiken we een stenen vlakte aan de rand van de krater van de vulkaan [die Kilimanjaro eigenlijk is] . Aan de overkant de grote besneeuwde ijsrug. Zouden we daar nog tegenop moeten? Toch is iedereen blij want in de beschrijving van de route stond , dat wie Stella point [ zoals dit punt heet] haalt ook de top haalt. Mijn aanvankelijke opluchting maakt plaats voor voorzichtige teleurstelling. Het is nog best een eind en je moet toch nog steeds omhoog. De darmen van Machiel geven er nu ook de brui aan en hij overtreft mij door op ca. 5700 meter te poepen. Moeizaam hijst hij zich in de poolwind weer in alle pakken en kledinglagen. Zie aan zijn gezicht hoe beroerd hij zich voelt. De lucht achter ons kleurt al roze als we even rusten op zo’n  20 minuten voor de top. Ezekiel vraagt of we eerst hier willen wachten op de zonsopgang of dat we alvast naar de summit gaan. Ik kan maar een ding bedenken, ‘Zo snel mogelijk weg van hier, naar beneden’. Op de top bij het Uhuru bord staan al een hoop mensen foto’s van elkaar te nemen. Om goed zes uur zijn we er op 20 juli 2011. We omarmen elkaar van vreugde en opluchting. Snel gaan we met de Kilimanjaro Kei op de foto. Ook ‘Als ik mens was’ mijn boekje wordt erop gezet. Ik grabbel wat zand en een klein stukje steen bij elkaar voor m’n verzameling. Terwijl we de grote steen op de foto zetten, heb ik ook het kleintje mijn Hart Rock eMotion in m’n hand. Het is zo gruwelijk koud dat ik na een filmpje  van de zonsopkomst als en speer weer vertrek met m’n drie vrienden. Ik krijg onderweg door de vulkaanas en gesteente steeds meer visioenen van een bedje in de tent en water. Dus in no-time zijn Bennie en ik weer bij het kamp. Doodmoe en uitgeput. Vooral Machiel moet alles op alles zetten door z’n darmperikelen. De kok staat klaar met een dienblad met twee koude kartonnetjes jus d'orange. [Beetje jammer dat er voor de echte helden Ezekiel en Bennie niets op staat]. Machiel neemt z’n laatste Diamox, ik besluit het op een paracetamol te houden. In het tentje mik ik al m’n spullen op een hoop, grabbel een nog steeds ijskoud flesje water uit m’n rugzak en laat me achterovervallen in de door de zon gloeiend opgewarmde tent. Machiel volgt mijn voorbeeld en het enige wat ik nog hoor is zijn vraag of ik me even om wil draaien. Schijn op mijn rug nogal te snurken. Om negen uur waren we weer terug. dat was erg snel volgens Bennie en Ezekiel. Hierdoor kunnen we tot twaalf uur rusten. Dan is er lunch, pannenkoeken, soep en watermeloen [het heerlijkste maal dat ik ooit heb geproefd. (voor de zoveelste keer)] Om half twaalf wordt geroepen dat er een teiltje handwaswater staat. Daarna proberen we de chaos van neer gegooide kleren maar weer in de juiste tas te proppen en deze daarna ook nog dicht te krijgen. Machiel neemt een paar tabletten tegen de diarree en want hij is alweer twee keer geweest. Vanmiddag zijn we vanaf basecamp in een uur of vier naar Mweka camp op 3100 meter afgedaald. Een onafzienbaar zwaar stuk waarbij m’n bovenbenen soms trillen van inspanning en m’n knieën pijnlijk al te grote treden nemen. Nu gana we eten.

Donderdag 21 juli 2011  ca 21.15 uur
Lig net weer in een echt bed met dekens en elektrisch licht. Al is dat pas zins het laatste uur. Zijn terug in Colobus lodge. Gelukkig was het nu zonnig. Vanmorgen was ik al vroeg wakker in ons tentje.

Vrijdagmorgen 22 juli 2011 10.40 uur
Gisteravond te moe om verder te schrijven. Wilde graag wat sms-jes versturen met m’n nieuwe mobieltje maar eerst was er geen elektriciteit om de accu op te laten. Ook ben ik na een tijdje tobben bij de Scandinavische buren wezen vragen of zij  de achterkant van mijn nieuwe telefoontje eraf konden krijgen om bij de accu te komen. Uiteindelijk kreeg  Machiel het voor elkaar.  Daarna gaf het schermpje aan dat er een simkaart in moest. Ook daar moest Machiel de helpende hand toesteken omdat ik hem er eerst niet goed in had geplaatst. En vanaf dat moment kan ik eindelijk, eindelijk weer contact maken  met Aria, de kinderen en Rina feliciteren met haar verjaardag. Erg leuk om daarna reactie te krijgen. Imke gaat 15 augustus trouwen! Was al een beetje bang dat dit al voor onze terugkomst zou zijn gebeurd. Was gisteren wel een lekkere dag. Na ons laatste ontbijt in ons groene eettentje, weer in drie gangen met pannenkoekjes, warme groenten in saus, fruit etc. werden we toegezongen door het hele team, porters, koks, guids, met het originele Kilimanjarolied. Hierna volgen over en weer speeches, Machiel bedankt de porters voor hun ongelofelijke prestaties door het hele kamp steeds te verplaatsen. De kok en hulpkok voor de overheerlijke maaltijden op één pitje met steeds weer een ander menu. Verder gids Bennie, de sfeermaker, drager, gids en voor zijn gesprekken. Ezekiel als chiefguid voor zijn verantwoordelijke inzet en zorg voor ons. Machiel heeft vooraf berekend hoeveel tipgeld pp ieder zal krijgen op basis van de gegevens van ID-travel en dit bedrag in dollars aan hem overhandigd. Het leukste was echter het verdelen van onze overtollige spullen. Het is de gewoonte dat je aan het einde van de trail kijkt wat je kunt missen. We hebben alles in een plastic tasje gedaan. Je had de ogen  van die jongens moeten zien, als op Sinterklaasavond. Ezekiel schreef nummertjes op stukjes papier waarna ieder een papiertje trok. Nummer 1 mocht eerst kiezen. Bennie was dolgelukkig met de kleine thermoskan. Om de melk thuis warm te houden voor zijn baby. ‘A gift from de godes’ juicht hij blij. Voor ons vertrek hebben we [eindelijk] foto’s  gemaakt van Kilimanjaro Kei met de berg zelf op de achtergrond als dank voor onze sponsors. Hun logo’s in de hand wordt de fotoshoot gemaakt. Ook maakten we filmpjes van Ezekiel en Bennie. Masai Ezekiel beveelt het scholingsproject aan met zachte stem  vertelt hij zijn verhaal. Toen was het hoog tijd de laatste 1300 meter af te dalen door de bossen naar de ‘gate’ van de Manchave trail, welke overigens een andere is als de ingang die we een week eerder hebben genomen. Het is dus eenrichtingsverkeer op de berg. Onderweg komen we langzaam weer in de beschaving en vragen kinderen langs de weg om lege flessen ‘choclad’ etc. niet echt leuk. Als je even stopt krijgen ze hoop dat er iets te halen valt en zouden blijven vragen tot je in je nakie staat en 2 minuten later kom je de volgende alweer tegen.
In een uur of drie zijn we er.  Bij de gate word je helemaal belaagd door verkopers van allerlei prullaria. T-shirts, armbandjes, schaaltjes, schoenenpoetsers etc. We schrijven ons uit in een register dat in de meeste kampen ook moet worden getekend bij de rangers.
We krijgen nog een laatste afscheidslunch aangeboden, daarvoor moeten onze vermoeide ledematen nog een halve berg afdalen tussen prachtige plantages met enorme bananenplanten, koffiestruiken, mais etc. Allemaal via een prachtig irrigatiesysteem van slootjes, rechtstreeks vanaf ‘the mountain’. Bennie uit zijn zorg over wat er hiermee gebeurt als de sneeuwkap van de Kili straks misschien gesmolten zal zijn.
Goed dat Kilimajaro Kei ook een oproep is voor het gebruik van duurzame energie. Een andere betekenis van de V-vorm van de kei  is VRIJHEID, met een hele mooie link naar de top van de Kili-UHURU PEAK, wat dezelfde betekenis heeft. Zelfs deze laatste lunch onder een krakkemikkige overkapping van een soort restaurantje/bar wordt door de crew zelf klaargemaakt. Pas op ons verzoek eten Ezekiel en Bennie met ons mee, rijst met kip. Onze diploma’s worden uitgereikt, terwijl we worden toegezongen en zelfs de champagnekurk knalt om dit te vieren. In een enorme landrover verlaten we het gehuchtje, richting Moshi. Het heeft intussen zolang geduurd dat ik besluit niet meer over het kopen van een mobieltje te beginnen. Had dit al met Ezekiel afgesproken. Na wat getour door de ‘echte’ Afrikaanse stad, parkeren we recht voor een winkel met allerlei mobieltjes. Hij had ook gewoon in Nederland kunnen staan. Ik heb geen verstand van telefoontjes, maar wil alleen Nokia. De prijzen zijn in shillings. Ik zie ze van 185.000, 135.000. Na de vraag hoeveel dollar dat is, vind ik deze te duur. Dan wordt me de goedkoopste getoond. Echt alleen voor bellen. Deze zou komen op zo’n 40 dollar, dat lijkt me wel wat. M’n simcard doet het erin. De winkeljuf heeft het zo voor elkaar. Nu eerst shillings pinnen bij een bank. Onze enorme witte terreinwagen heeft inmiddels een mooie prent gekregen voor verkeerd parkeren. Van achter uit de wagen wordt een shillingbiljet naar voren gegeven als betaling en daarmee is de kous af. Voor de telefoonwinkel worden we inmiddels aangeklampt door een jonge gast die zonder te vragen, begint te adviseren en te wijzen waar we een bank kunnen vinden, hopend op een tip van een dollar of zo. (Gisteravond en vanmorgen in het kamp overkwam me dat ook al door een jongen die eerst netjes een praatje maakte hoe het gaat, me feliciteert met de geslaagde beklimming en me dan graag wat van z’n kunst wil laten zien. Als ik aangeef geen belangstelling te hebben merkt hij op dat het alleen maar wil laten zien)

De landrover met 10 mensen gevuld, rijdt een blokje om. Bij de eerste bank werkt m’n meastro card niet. Ook niet bij de tweede. Na weer een ritje slaag ik met behulp van Machiel bij de derde en ontvang ik 50.000 shilling. Dan weer richting telefoonwinkel, waar dezelfde behulpzame gast nog steeds rond paradeert. Dacht dat ik veel teveel had gepind, gelukkig maar, want voor 43.000 shilling is het zwarte apparaatje van mij. Toch wel heel fijn om straks weer contact met thuis te hebben. Ik ken Aria inmiddels aardig en weet hoe moeilijk het voor haar is. En hoe goed een berichtje haar doet. Ook zelf merk ik haar te missen, al is het zo volgende week zaterdag natuurlijk. Vandaag is een vrije dag maar daarna ben je gewoon zo druk dat je er bijna niet aan toekomt hierbij stil te staan.
Dan is het nog een drie kwartier naar ‘huis’ Colobus Mountain. Halverwege wordt er opeens geroepen dat je de Kili kunt zien. Ik zie echter niets, maar Machiel is opgetogen. De wagen wordt op de snelweg, half in de schuin aflopende berm, geparkeerd en zo doen we onverwacht nog een leuke fotosessie op het dak van de landrover. Om een uur of vier crossen we de onverharde hobbelweg naar de poort. En kunnen we ons huisje, dit keer nr. 5, betreden. In ruil voor het gebruik van de wereldstekker van Machiel, mag hij als eerste douchen. Helaas geen stroom, mag ik toch als eerste douchen-koud-koud water, wat een afgang. Het moet toch maar, want na 7 dagen in dezelfde kleding, is dit geen overbodige luxe. E erst voorzicht mijn handen. Bruin water loopt richting de douchplug. Dan m’n voeten, benen en zo verder. Als ik alles heb gehad en met tintelende huid denkt schoon te zijn, is de witte handdoek toch nog bruin van het stof. Ik besluit mijn twee thermohemdjes eerst te wassen in de wasbak, zeker een of 6 á 7 verschoon ik het water, het blijft bruin kleuren. Dan vind ik het wel goed en hang ze buiten op om te drogen. Heb net een waslijntje van touw gemaakt, waar ze nu hangen te drogen. Ga nu proberen m’n vele zakkenbroek te wassen.

Zaterdag 23 juli 2011 8.29 uur
Zitten in de shuttlebus op weg naar Nairobi. Om 8.06 vertrokken vanuit Arusha. Gisteren was het een erg leuke rustdag omdat we pas om een uur of tien klaar waren met ons ontbijt besloten we de lunch over te slaan en lekker in het zonnetje voor ons huisje te niksen. Nadat onze Zweedse buren een praatje aanknoopten hebben Per Andersen en Miriam uit Nörkopping een paar uur met ons gekletst. Machiel bestelde koffie en zo was het aangenaam verpozen. Miriams moeder is Nederlandse uit Schagen en spreekt nog wat Nederlands. Ze wilde drie maanden vrijwilligerswerk doen in Tanzania maar kreeg geen vergunning. Ze is verpleegster. Daarna zijn we naar het voetbalveld van het naastgelegen mission College geweest waar juist een fanatieke wedstrijd werd gespeeld tussen de teams van twee klassen. Na een kritische opmerking van Machiel over het spel reageerden meteen twee jongens uit het publiek in het Engels. Calvin en Collin beiden uit Daares salaam aan de kust, die steeds een semester op de campus verblijven. Er ontspint zich een gesprek over voetbal en studie. Als de schoolbel klinkt is de wedstrijd voorbij en blijven we achter samen met de Zweden. We worden nu aangesproeken door ‘bruin de beer’. Het is de security beambte van de school die begint over het onderwijs hier. Hij is tevens medewerker van het schooltje in het gehucht dat we eerder bezochten en polst op een tactische manier of we misschien voor wat schoolspullen kunnen zorgen. Als de zon ondergaat lijkt mount  Meru aan de horizon op een pentekening die afsteekt tegen de donker wordende lucht. Ik wil nog even kijken bij de twee fietsreizigers die ik straks op de campingplaats bij de lodge heb gezien. Wel hun tentje en mooie volgepakte fietsen maar zelf zie ik ze niet. Even later vinden we ze binnen in de grote ruimte van de lodge. Na een Engels begin blijkt dat ze uit Nijmegen komen en een tocht maken van vier en halve maand  . Eerst van Nederland naar Spanje en vandaar met het vliegtuig naar Daresalaam. (Ze kregen geen visum voor Mali waar ze eigenlijk naar toe wilden). Na het diner tussen al onze pasverworven vrienden wachten we nog even in het kaarslicht op de chauffeur die ons  die ons vanmorgen naar de shuttlebus bracht. Om 21.30 uur naar bed. Zo laat is het tot nu toe niet geworden. [ wat een nachtbrakers] Heel onrustig geslapen, hoorde steeds hondengeblaf en dacht aan de reis van vandaag, aan thuis en de tegels voor de vloer. Zelfs Machiel werd wakker van mijn krakende bed na iedere draai. Inmiddels rijden we over een prachtig geasfalteerde weg door de Tanzaniaanse savanne richting de grens [in het noorden.] De zon schijnt inmiddels. De passagiers lezen wat, kijken naar buiten of slapen. Goede chauffeur die goed anticipeert op het langzame verkeer  en het soepel passeert.

Zaterdag 23 juli 17.08

Net terug op onze hotelkamer nr. 308 van het Parkside hotel [ Nairobi Kenia] Tegen tweeën gearriveerd na een rit van bijna zes uur. Bij de grens moesten we allemaal de bus uit om en stempel te halen bij de Tanzaniaanse en even later bij de Keniaanse douane. Heerlijk rommelig met in het niemandsland tussen de beide douanes een warboel van vooral vrachtwagens en busjes. Als iedereen weer zit rijden we verder de gladde tweebaansweg uit. Binnen tien minuten draait de chauffeur echter al een oprit in. Hij lijkt een afspraak te hebben met de beheerders van een soort kunsthalletje. Je kunt er allerlei houtsnijwerk, steen, kralen en zo kopen. Er is ook een aftands restaurantje bij en het belangrijkste, w.c’s. In een donker schuurtje zit een al wat ouder iemand te werken aan een hardhouten beeldje. Hij vertelt er drie weken aan te hebben gewerkt. Het is nu bijna af. Ziet er prachtig uit. Hij maakt ze van roodhart en ebbenhout. Opeens denk ik eraan dat er misschien wel iets leuks is voor Imke’s bruiloft. Rondkijkend vind ik vrijwel meteen een soort in elkaar gevlochten stenen kronkel en ik denk aan het huwelijk waarbij twee mensen ieder zichzelf blijven maar samen toch één geheel vormen. Na wat loven en bieden maak ik de koop rond. De buschauffeur ziet het opgewekt aan en ik stap dit keer als laatste in de bus. Ik moet het zorgvuldig ingepakte en met tape ingerolde kunstwerk aan Machiel laten zien. Nu maar proberen het heel te houden tot we thuis zijn. Na een paar uur rijden we de stoffige hectiek van metropool Nairobi binnen. Van alle kanten passeren auto’s,  bussen, fietsen en andere voertuigen elkaar in een kakofonie van uitgebraakte zwarte uitlaatgassen vermengd met stof. Alle gebouwen en bouwsels langs de weg hebben dan ook dezelfde kleur grijs. Bij de eerste grote rotonde duurt het een hele tijd en gaat het veelal minder dan stapvoets. Kleine politieagenten in keurige uniformen proberen tevergeefs orde in de chaos te scheppen. Langs de open ramen proberen straatjongens van alles te verkopen van broodjes tot oorbellen en T-shirts. Een erg ongezonde bezigheid lijkt me. Zelfs in de bus prikken mijn ogen na een tijdje van de troep in de lucht. Iemand waarschuwt een Aziatische toerist voor me, niet met zijn fototoestel  buiten het raam te komen omdat het dan wel eens mee gegrist zou kunnen worden. De jongen wil echter de grote zwevende vogels in de lucht fotograferen maar blijft nu toch wijselijk wat binnenboord. Dan zijn we plotseling de grootste knoop voorbij en draaien we een straat in waar ik de naam van ons hotel al kan lezen. Het eindpunt van de shuttle is nog geen vijfentwintig meter vanaf de ingang. Dit tot teleurstelling van de vele taxichauffeurs die meteen hun diensten aanbieden. We sjouwen onze spullen over de trap naar de derde verdieping. Machiel laat zijn grote zware plunjezak graag voor hem naar boven dragen in ruil voor wat muntjes. Er staat voor ons  een tweepersoonsbed met klamboe, heel romantisch vannacht. Machiel heeft net een warme douche genomen. Ga ik ook zo doen. Zal voor mij de eerste keer worden sinds bijna twee weken. Nadat we daarstraks onze koffers hebben neergezet, geklop op de deur. Het blijkt iemand die ons morgen naar Lolgorien zal rijden. Willie, een superaardige kerel die ons meteen wijst  waar de banken, supermarkt en restaurants zijn. Hij komt namens David de contactpersoon namens ID-travel. David is morgen vrij en zal met ons meerijden omdat hij graag het project van ons wil zien. Morgen pikt hij ons op om 7.00 uur. Ons ontbijt is ook al geregeld, om de hoek in….pot. We nemen afstand en proberen wat geld te pinnen. Banken genoeg met ATM waar je geld zou kunnen pinnen. Na zeker een stuk of acht pogingen geven we het op en besluiten we mijn euro’s te wisselen. Maar ook de wisselbanken zijn gesloten. Met Willie was het eerder op de middag wel gelukt. In een piepklein winkeltje verstopt in een grote overdekte markthal. Daar lukte het onze overgebleven dollars in KES (Keniaanse Shilling) te wisselen. Uiteindelijk wijst een van de vele veiligheidsbeambten in het centrum ons een klein soort schuurtje in hetzelfde winkelcentrum als straks. Vóór hij met ons meeloopt krijgt hij eerst nog wat bankbiljetten in handen gedrukt van de bestuurder van een geparkeerde wagen, een vette mercedes. In het schuurtje hangen weer de onvermijdelijke kettingen, ringen en andere spullen. Er wordt ‘the old man’ (ik dus) een klein kinderstoeltje aangeboden om als enige te gaan zitten. Vier- wijf man proberen intussen van alles te slijten, zelfs een armband van echt olifantenhaar. Ik sluit een deal om 50 euro te wisselen. De koers is niet geweldig maar het zal me verder worst wezen om over een paar euro te gaan bakkeleien. We moeten immers nog voldoende water kopen voor de lange warme autorit morgen.  Een groot winkelcentrum is open van 7 tot 22.00 uur, dus op ons gemak kopen we naast water ook wat lekkers. Voor het wisselavontuur hebben we trouwens een cheesburger en koffie gescoord bij de Keniaanse Mac Donalds. Daar was vooral Machiel aan toe. Ik heb het me echter ook laten smaken na al het gezonde eten van de afgelopen tijd.

Zo meteen gaan we eten om de hoek omdat geadviseerd wordt ’s avonds niet lopend over de straat te gaan met het oog op een mogelijke beroving . Volgens Willie is het hier echter geen Zuid-Afrika. Hier nemen ze alleen je gel en laten ze jezelf ongemoeid. Afijn lijkt me allebei niks, dus ik kom niet verder buiten dan het restaurant van de buren. Zo en nu douchen.

21.30 uur
Net wezen eten om de hoek, bij elkaar € 11,= voor twee personen en nog heerlijk ook. Machiel wil daarna eigenlijk nog een espresso halen bij onze ‘Mac’. Mij niet gezien, bovendien moeten we er morgenochtend om zes uur weer uit. 6.30 uur ontbijt, 7.00 uur rijden.

Zondag 24 juli 2011 8.30 uur

Zitten sinds 7.00 uur in een minibusje op weg naar Lolgarien. Willie en David voorin en wij erachter. Mooi zonnig weer. We rijden over een splinternieuwe 2 baans snelweg door heuvelachtig gebied savanne. Straks de Grandslenk eindelijk met eigen ogen gezien, met de platte acaciabomen in het veld rijden we naar het westen. Al 3 gekantelde trucks gezien, een ervan lag nog dwars over de weg, we konden er net langs.
Vanmorgen om 6 uur eruit, was al wakker, om 6.30 uur ontbijten in hetzelfde restaurantje als gisteravond. Ben blij om de rest van onze groep straks terug te zien. Moet eraan denken Imke overmorgen zo vroeg mogelijk een berichte te sturen. Voor het eerst dat ik niet thuis ben op haar verjaardag.
Bij ons afscheid uit het hotel nog even gesproken met de jonge receptionist. Hij komt ok uit de buurt van het project en zou graag mee willen met ons om het te bezoeken. Hij moet echter werken. Ik moet zijn Masaibroers groeten.

18.45 uur
Vanmiddag om iets van 14.30 uur aangekomen in Lolgarien. Ledama Henk is de Masai naam die ik vanmiddag van wat Masai meisjes die tijdens onze ontvangst op het kamp kreeg. Born at afternoon betekent hij. Iedereen ontvangt een naam van het uur van zijn geboorte.
Vanmorgen om zes uur opgestaan in Nairobi. En na een tocht van zo’n 7,5 uur hier aangekomen. Willie en David hadden nog niet ontbeten dus werd er na een uurtje of 2 gestopt bij een westers aandoend restaurant. Onbeperkt kon er worden opgeschept, dus deden ze dat ook Willie moest zijn ‘tank ’vullen. Na een km of zo werd de snelweg verlaten en urenlang over een onverharde hobbelweg verder gecrosst. Langs de rand van de Masai Mara zagen we opeens honderden wilde beesten; zebra’s, giraffen, hyena’s. Willie de chauffeur stuurt de minibus zonder problemen de bush in en rijdt tot 10 meter van de dieren zodat wij ze goed kunnen fotograferen. Heb ik net m’n toestel op het kleinst mogelijke dichtheid staan, dom hé? De weg wordt hierna steeds slechter. Naast de weg is het dikwijls iets beter maar ieder moment dreigen we vast te komen zitten. Zo meteen valt heel het spul uit elkaar, is mijn angst.
Met Diederik krijgen we geen contact meer over waar we precies moeten zijn bij Lolgorien. Als David de weg vraagt aan een jonge brommerrijder, wijst deze de weg door voor ons uit te gaan rijden. Nog 30 km. De weg wordt zo mogelijk nog slechter. Ik stoot m’n hoofd tegen het dak. Dan zijn we er eindelijke en is er een warm weerzien met de rest van het team. Ook zijn er mensen van de Masai die samen de kerkdienst hebben meegevierd. We zien voor het eerst het begin van het schoolgebouw. Het is groter dan ik dacht. Dan lopen we naar de primairy school waar onze bedden staan. Een heus ontvangstcomité zingt ons toe onder een boog met ballonnen. We moeten meedansen, dat valt niet mee, maar ik doe mijn best.
Lunch, om half vier in de eetzaal en daarna weer optredens en zang, dans, drama in de originele Masai kleding, prachtig.
Jasper doet een Hollandse breakdance. Ik sluip snel weg om de steen te halen waarna we de uitleg ervan geven. Alle kinderen willen ermee op de foto. Zo dadelijk eten, eerst m’n handen wassen en Aria sms-en.

22.00 uur
Vanavond lekker gegeten in de grote eetzaal, wel een flink contrast met de afgelopen dagen waar we steeds maar samen waren. Met mr. Kaleb afgesproken dinsdag de Kilimanjaro Keien te laten beschilderen door de schoolkinderen en bv donderdag in te metselen. Een exemplaar nemen we mee terug naar Andel. Kaleb was heel enthousiast. Morgen eerst naar een Masai dorpje, ’s middags wil ik werken op de nieuwe school. Heb vanavond ook nog even mee gedaan met een paar kinderen die ‘huiswerk ’oefenden in de klas; zonder leraar erbij was iedereen gewoon aan het werk.
Daarna nog gezongen met z’n allen bij het kampvuur. Nu lig ik boven Cees v.d. Linden in een stapelbed op de ‘mannenkamer’ met Jan den Elzen, Evert v.d. Kamp, Mewis van Giessen en Stefan Versteeg en Machiel. Morgen half acht eruit, acht uur ontbijt.

Maandag 25 juli 9.20 uur
Om een uur of vijf wakker door een enorm gestommel en gebonk. Wordt de school afgebroken? Het blijkt dat iedere morgen de lokalen moeten worden ingericht omdat wij ook in een leslokaal slapen. Heb toch al niet al te best geslapen maar verder is alles ok. Na het ontbijt van zo-even ga ik zo meteen naar en Masai dorp op een half uurtje rijden. Nu al een half uur gewacht op een busje. Een andere ploeg is naar de bouw, een half uurtje lopen. ’T is prachtig weer , niet te warm, de kinderen zitten in de klaslokalen zonder glas in de ramen. Desondanks hoor je niets. Heb beloofd voor Arian te proberen een Masai-speer te kopen. Heb geld meegehad. Vanmiddag hoop ik ook wat te gaan bouwen. Zit nu half in ’t zonnetje te wachten terwijl het zachte geroezemoes van honderden kinderstemmen doorbroken wordt door instructies of opmerkingen van ‘the teachter’. Op de achtergrond jankt een hond terwijl zachtjes fluisterende kinderen onder de overkapping naar een ander lokaal lopen. Grote mieren kruipen voor me door een sleuf in  de vochtige grond. Een paar degen geleden heeft het flink geregend. Dat was heel erg nodig voor het uitgedroogde land. Een vogeltje fluit in een boom. Bij de ingang van de school wuiven de ballonnen rond het welkomstbord dat daar nog steeds voor Machiel en mij hangt. Ben benieuwd of we eigenlijk nog wel gaan. Zie ook niemand van het groepje waarbij ik ben ingedeeld. Dat is Afrika.

Maandag 18.11 uur
Net terug van een dag op de bouw, heb stenen gemetseld. Geen twee waren hetzelfde daarom zijn het muren geworden met enorm dikke voegen. Best opgeschoten, leuk samengewerkt met Charles uit Mago die als metselaar aan het project werkt tot het gedeelte over ca. een half jaar klaar is. Zou eerst meegaan naar een origineel Masai-dorp, maar het vertrek duurde zolang dat ik heb besloten meteen maar naar de bouw te gaan. De benzine van de auto die ons moest brengen was op en daardoor was het wachten tot iemand op een van de vele brommers ‘pickie,pickie’ terug was met een volle jerrycan. Intussen heb ik wat langs de klaslokalen gelopen om de kinderen aan het werk te zien. Werd in groep vier binnen genodigd en moest van alles vertellen over Nederland. Mijn beroep, huis en zo. Daarna werd ik afgelost door Arian. We hebben geluk gehad vandaag dat we aan de muren konden werken. Van de anderen begreep ik dat ze eerder dikwijls niet veel konden doen doordat er eerst betonnen kolommen moesten gestort worden. Was net moe toen we terug gewandeld waren. Op advies van Stephan, Evert en Meeuwis nam ik buiten in een hokje van zeildoek een douche  onder een emmer. Nu voel ik me weer lekker opgeknapt. Morgen gaan we op safari, maar ik wil ook de Kilimanjaro Kei nog laten schilderen.. Hoor nu net dat ‘supper’ klaar is, Oegami (Nzima) met groente. Straks Aria sms-en.

Dinsdag 26 juli 2011 6.15 uur
Vandaag om 5.00 uur eruit. 5.30 uur ontbijten want we gaan vandaag met zijn allen naar natuurreservaat Masai Mara in een grote autobus. Gisteravond Imke sms –je gestuurd voor haar verjaardag. Ze stuurde natuurlijk meteen een berichtje terug. Daarna tot over elven een verslagje geschreven over de Kilimanjaro tocht. Aria had erom gevraagd, dus meteen maar gedaan. Vannacht lekker geslapen maar erg kort. De bus zou hier om zes uur zijn maar dat kan zomaar een uur later zijn. Inmiddels schijnt hij gearriveerd dus gaan we beesten kijken.

16.30 uur
Vandaag dus op safari geweest. Zijn net terug. Heel de dag had ik ontzettende slaap. Na dit stukje ga ik dan ook echt even slapen. Heel veel wild gezien vanuit de bus. Zat helemaal links voorin achter de voorruit. Men rijdt hier links dus stuur rechts. Urenlang getoerd en o.a. leeuwen, nijlpaarden, giraffen, olifanten, krokodillen gezien. Verreweg het meest spectaculair was echter de busrit naar en van het park door kuilen van bijna een meter diep. Twee keer kwamen we vast te zitten. Een keer moesten we zelfs uit alle macht duwen om los te komen.

20.50 uur
Al uren stikdonker natuurlijk. Hebben net een soort act gedaan over onze belevenissen op Kilimanjaro. We hadden ons aangekleed met ski-jas, muts etc. en hebben in een soort tweespraak herinneringen opgehaald. Zit nu buiten voor de deur van de eetzaal op een bankje. De kinderen hoor ik in de verte roepen vanuit de klaslokalen. Eindelijk is ook hun lange schooldag voorbij. Straks was ik met Alda en Sanne in de directiekamer om het spelprogramma voor morgen door te nemen. Op de kast stonden een heel stel gewonnen bekers van afgelopen jaar. Één voor de beste leerling van het district in wiskunde en een in Engels. Een joekel van een beker voor de beste school van Kenia / Tanzania en Oeganda. Ja, met minimale middelen timmeren ze goed aan de weg hier. Zit vlakbij het kampvuur waar wat Keniagangers liggen te lezen. Arian pingelt wat op zijn gitaar. Jasper komt naast me zitten en biedt me een hand Japanse zoutjes. Ik zeg meer van zoet te houden. Binnen worden kraaltjes geregen tot de kenmerkende gekleurde Masai-kettingen en bandjes. Ben na een uurtje slaap na onze safari geweldig opgeknapt. Nu lekker ontspannen sfeer.

Woensdag 27 juli 2011  17.30 uur
Spelletjesmiddag net klaar. Alda en Gert-Jan hebben een soort estafette met veertien verschillende spelletjes georganiseerd. Vooraf was met de schoolleiding afgesproken dat alleen de groepen zeven en acht mee zouden doen samen met 23 leerlingen van een andere basisschool.
Olipikidongoe is de naam van de school die ik van de kinderen heb leren uitspreken. Mijn onderdeel was het vertellen over Kilimanjaro Kei. Een van de kinderen laat ik ondertussen de zijkant van de steen (bloed)rood schilderen, de kleur van de Masai. Erg leuk, de leerlingen zijn erg belangstellend maar na een keer of tien hetzelfde verhaal toch wel vermoeiend en eentonig. Als er opeens een harde wind opsteekt en begint te onweren vind ik het niet erg dat het eindsignaal wordt gegeven. De laatste twee vlakjes van de steen heb ik zelf nog maar even rood geschilderd. Heb een filmpje opgenomen van een groepje dat ‘Tobias bedankt’ probeert te scanderen. Nederlandse woorden zijn blijkbaar erg moeilijk uit te spreken, vooral het woordje ‘bedankt’. Morgen wordt de steen,[ die zonder de handtekeningen achterop] ingemetseld in de school. Vanmorgen met uitvoerder Alex Alex op de bouw afgesproken hoe en waar de steen komt. Metselaar Charles was vanmiddag nog bezig met het muurtje naast de voordeur waar de uitsparing voor de steen moet komen. Was bang dat hij dit zou vergeten maar Alex en Charles verzekeren me dat het in orde komt. Op verzoek van dezelfde Alex ga ik beginnen aan een muur aan de achterkant. Het ‘even doen’ zoals Alex het me tussen neus en lippen door vraagt klinkt erg Afrikaans. Eerst moeten er van rondslingerende latten en planken profielen (palen) worden gesteld en twee stalen geraamtes met dito deuren. Dit alles te bevestigen met wat losse (te korte)spijkers en wat geleend gereedschap. Met Evert en Machiel moeten we flink doorwerken om dit met de kromme knoertharde latten tegen een super ongelijke muur met peperkoekstenen voor elkaar te krijgen. Om van het over het ‘even’ metselen nog maar niet te hebben. Om ongeveer kwart voor een lopen we de half uur durende tocht terug naar ons verblijf op de basisschool. Voel m’n heupen wel omdat ik de steen opnieuw meedraag om deze vanmiddag te laten beschilderen. Gelukkig heb ik vanmorgen een pakketje brood klaargemaakt zodat ik onderweg kan eten tijdens de wandeling. Inmiddels zit de adjunct directeur naast me en we praten wat over waarom ik dit opschrijf, de materialen die we voor de school gebruiken en de overeenkomsten en verschillen tussen onze landen. Kees van der Linden heeft inmiddels wat volwassen fans gekregen en lost samen met hen een sudoku op. Dat kennen ze nog niet, maar de directeur die hem ernaar vraagt is heel geïnteresseerd. De kooklucht komt al door de open deur naar buiten drijven. Om 19.00 uur is het dinertime. Vanavond is er volgens mij niet zoveel meer te doen. Misschien nog een onderwerp te bespreken.   De foto’s van Kilimanjaro van m’n camera staan inmiddels op de laptop van Diederik, kunnen we misschien vanavond zien. Net een sms-je van Arne ontvangen, leuk.

Donderdag 28 juli 2011 8.25 uur
Net ontbeten, zes boterhammen en schaaltjes cornflakes. Gisteravond waren we te gast in de eetzaal met de docenten en nog gasten van buiten de school. Er was voor ons speciaal een geit geslacht. Dus moest er geitenvlees worden gegeten met oegami (Nsima) Dit laatste is een soort vaste maispasta. Smaakt nergens naar maar wel goed om de snoeihete pepers in het vlees wat te camoufleren. Met moeite eet ik m’n bord leeg. Weet dan niet hoe snel ik het moet blussen met twee glazen water. De groepen blank en zwart worden gemixt  zodat ik een vrij kunstmatig gesprekje voer met de leraar Swahili over de school, gezinsleven en zo. Had niet echt het gevoel van dezelfde golflengte. Komt het doordat wij pas sinds zondag hier zijn? Wordt voor Keniaanse begrippen toch nog laat, ca. 23.15 uur. Komt ook door het heerlijk warme kampvuur waarop enorme boomstammen fikken, bijna zonder vonken. Ook nog even mijn foto’s bekeken op de laptop van Diederik. Nu zit ik inmiddels in de eetzaal te wachten op de ‘serieuze avond’ die er door de maaltijd met toespraken bij is ingeschoten. Daarna naar de bouw voor het leggen van de ‘cornerstone’ alias Kilimanjaro kei. De kinderen worden vandaag door hun ouders opgehaald voor vakantie, het semester is afgelopen.
17.45 uur
Vandaag alleen ceremonies en afscheid nemen. Vanmorgen moesten we om half acht ontbijten. Zes boterhammen waarvan twee met gebakken ei. Daarna een uur of anderhalf gewacht omdat het programma weer eens op z’n Afrikaans verliep. Uiteindelijk toch maar gaan lopen. De plaatsing van de cornerstone was wel een succes. Iedereen wilde ermee op de foto. Zelfs Machiel, die de steen eerst verwenst heeft krijgt nu last met het afscheid nemen ervan. Nog één keer er samen mee op de foto. Daarna nog een ceremonie met het eten van, jawel, een speciaal voor ons geslachte geit, rijst en saus. De notabelen van het dorp zitten op stoelen, de vrouwen in feestkledij dansen voor ons. Erg warm in de zon, maar gelukkig heb ik mijn schilders petje en het petje van Kees bij me. Het duurt een beetje eindeloos. Charles de metselaar laat me net voor de plaatsing van de steen nog even het enorme bouwterrein zien. Na het eten lopen we de laatste keer de hobbelweg terug naar de basisschool. Daar worden we verwacht bij de jaarsluiting van de kinderen buiten op het veld. Gelukkig is het programma ook daar uitgelopen zodat we eigenlijk precies op tijd zijn. In de schaduw onder de prachtige loofbomen kunnen we zodoende nog heerlijk een uurtje luieren, kletsen en koffie drinken. Terwijl jan den Elzen zich ontpopt tot moppentapper eerste klas. Nu is het inmiddels weer donker en zit ik tafel terwijl Kees naast me zijn koffer aan het pakken is. Iedereen is bezig met het vertrek. Hoe de laatste shillings opgemaakt en hoe de souvenirs allemaal in de koffer gepakt kunnen worden.

Vrijdag 29 juli 2011 10.00 uur
In de bus op de hobbelweg [nou ja weg?] Om zes uur uit bed, tas inpakken, matras, kussen muskietennet. Opnieuw, voor de zoveelste keer afscheid nemen. Inmiddels een uur onderweg. Staan nu even stil omdat we door het gehots iedere keer een tentstok, van de mobiele wc’s en douches verliezen.

14.22 uur
Net bij Narok eindelijk, eindelijk op het asfalt. Nog een uur of drie denk ik. Heerlijk op een mooie tweebaansweg. Zoals we zondag ook gekomen zijn. In het begin lijkt het zitten in de bis nog comfortabel. Nu voel ik me stijf en opgevouwen. Heb net wel even m’n ogen dicht gedaan naast Machiel. Uurtje geleden een pannenkoek op (twee zelfs). Hoop dat we nu in een keer doorrijden naar het vliegveld.

22.40 uur
Hèhè, we zitten in het vliegtuig. Een enorme Boeing 747 met volgens mij vierhonderd passagiers. Wat een dag. De bus die ons over de Masai Mara reed was daar veel geschikter voor dan voor de lange weg naar Nairobi. Ook de onderlinge communicatie tussen de leiders van ons was niet duidelijk. Vanaf het ontbijt liep het al erg uit toen de bus (en twee kleine busjes) geladen waren met de meesten van ons er al in, toen opeens bleek dat de ‘tent-wc’s’ en douches ook mee moesten. Die moesten eerst nog worden afgebroken, ingepakt en boven op de bus gepakt compleet met de plastic wc-potten.. ben maar mee gaan helpen omdat we anders nog later zouden vertrekken. Pas tegen tienen in plaats van acht uur vertrekken we hotsend en kno tsend. Zo af en toe verliezen we dus met  groot gekletter een stang van het dak. Volgt steevast een hard ‘hoooo’ geroep. Stopt de bus en haalt de bijrijder de verloren stang weer op die dan onder de banken wordt gepropt. Ook wordt een stuk staal van de bladveren verloren en weer opgeraakt. Als klap op de vuurpijl zelfs een hele wc-pot.
Die wordt gelukkig weer boven op dak vastgemaakt. Als we eindelijk op het asfalt zijn wil Evelien wat eten voor iedereen kopen en een plas-stop houden in Narok.
Er is wat verwarring door tegengestelde voorstellen en afspraken. Tenslotte doet Machiel een voorstel om precies om 15.15 uur terug te zijn bij de bus. Zonder antwoord af te wachten stapt hij naar buiten, aldus wordt besloten. Evelien is precies op tijd terug en heeft wonderwel 80 pannenkoekjes gescoord. Dan is het voor heel veel jongeren blijkbaar moeilijk om zich aan de tijd te houden. Ik zit me inmiddels te verbijten. Als we dan eindelijk weer op weg zijn stopt de chauffeur binnen een kilometer opnieuw. Nu om te tanken. 37,5 liter voor 4000 KSH. Opnieuw op weg. Maar niet voor lang. Een lekke band. De binnenste van het dubbele achterband natuurlijk. Met een mannetje of vijf kost het half uurtje voor we weer rijklaar zijn. Als we weer even rijden lijkt de bus steeds minder vaart te maken. Met m’n GPS meet ik tussen de 35 en 55 km per uur. Afhankelijk of we heuvelop- of af gaan. Door het geopende raam komt zo af en toe de geur van verbrand rubber . Hoop dat we het halen en niet 60 kilometer voor Nairobi stranden met een opgeblazen motor. Deze blijkt een kapotte versnellingsbak te hebben omdat de chauffeur steeds van zijn 2e naar zijn  4e versnelling gaat. De motor verliest dan op slag zoveel toeren dat hij weer terug naar zijn twee moet.
Politiecontrole! Ook dat nog. Vrees dat dit weer minstens een kwartier kost. De bijrijder rommelt wat in het dashboardkastje en haalt een stuks versplinterd autoruit omhoog die door een sticker waarop de vergunning prijkt omhoog houdt, en jawel we mogen acuut doorrijden. Is dat even een meevaller iedereen barst in lachen uit. Vanuit de Rift valley klimt de weg vervolgens langzaam om hoog. Bijna 350 meter meet ik. Van 1850 tot 2192 meter boven zeeniveau.  Eindelijk naderen we Nairobi na nog een korte plas stop bij een maïsveld. Ben bang dat de chauffeurs het (juiste) vliegveld niet kunnen vinden en laat daarom de plattegrond uit de Lonely Planet van Machiel aan hen zien, Intussen dringt de tijd. Als de bijrijder aan Machiel vraagt hoe laat we eigenlijk op het vliegveld moeten zijn antwoordt deze pissig ‘Veertig minuten geleden’. We raken hopeloos vast in de krioelende verkeerspuinhoop Nairobi. Evelien en Roos willen uitgezet worden op de route. Dit kost toch ook weer tijd zodat de spanning merkbaar toeneemt onder  de vermoeide Keniagangers. Het kost veel moeite om de buschauffeur netjes te blijven behandelen door zijn getreuzel en lage snelheid. Een eindeloze stapvoetsrit volgt door hartje metropool (4 miljoen inwoners) en een halsbrekende eindeloze file waarbij zelfs de schuin aflopende hobbel berm als rijstrook wordt gebruikt. De overige drie banen zijn een wirwar van  vier elkaar kruisende rijen. Net als zelf ik twijfel of we het gaan halen Opeens zijn we toch nog onverwacht snel bij de luchthaven. We horen dat, als we niet uiterlijk half tien ingecheckt zijn we niet met het vliegtuig mee kunnen. Ik moet er niet aan denken. Maandagmorgen moet ik thuis 124 m2 vloertegels  leggen en staan er mensen die me helpen op me te wachten. En zo’n gemiste vlucht zul je zelf moeten betalen en verder ben ik het gewoon hartstikke zat en wil naar huis. We schreeuwen de chauffeurs nu zowat te stoppen voor de juiste terminal twee bij de KLM die ons naar huis zal brengen. Hij wil eigenlijk niet maar we zijn al aan het uitstappen en smijten de koffers op de bagagewagentjes. In no-time is de grote en het kleine busje uitgeladen. In een spurt naar de douane en dan valt eindelijk de urenlang opgebouwde spanning langzaam van ons af als we beseffen dat we het toch hebben gehaald. Zo schuiven we met onze lange rij koffers naar binnen. Het vliegtuig vertrekt uiteindelijk een klein half uurtje te laat door een technische storing zo laat men ons weten. Het kan ons niet schelen dat we nu zelfs nog moeten wachten. Opgelucht hangen we in de ruime stoelen, sommigen slapen zelfs al. Nederland, here we come!

Zaterdag 30 juli 2011 5.10 uur
Nog drie kwartier voor we landen. Net het ontbijt op. Spinazie, broodje, fruit en yoghurt. Vannacht om een uurtje of één ook al warm gegeten. Best redelijk wat gedut en wat geslapen. Stukje film gekeken, wat muziek geluisterd. Nog steeds een lekker ontspannen gevoel na de hectiek met bus ‘Sweet mum’. Gisteren geen bericht gehad van Aria. Net vor het binnengaan van het vliegtuig een sms-je verstuurd. Om zes uur staat de landing gepland en om zeven uur is de bus van Zwaluw reizen er voor ons. Lekker naar huis.

Zaterdag 30 juli 2011 20.55 uur
De droom van de laatste paar dagen van velen is uitgekomen. Thuis op de bank met een slagroombol. Vanmiddag een uurtje of wat in coma gelegen en zo meteen ook op tijd naar bed en dan moet het weer kunnen.

Woensdag 28 september 20.39 uur
Vloertegels gelegd, verhuisd en weer een maand aan het werk. Aan het einde gekomen van het uittypen en herbeleven van dit heel bijzondere reisavontuur.  
Doe het nooit meer maar zou het ook voor geen goud hebben willen missen.

Henk van Noorloos

Beschrijving: Beschrijving: C:\Users\Henk\Pictures\kenia\foto's\verkleind\selectie\P1040482 - kopie.JPG

 

 

 

 

 

Beschrijving: Beschrijving: C:\Users\Henk\Pictures\kenia\foto's\verkleind\selectie\P1040482 - kopie (2).JPG

 

 

 

 

 

 

 

Beschrijving: Beschrijving: C:\Users\Henk\Pictures\kenia\foto's\verkleind\selectie\P1040895.JPG

 

 

 

 

 

 

 

Kilimanjaro Kei
Team Kenia 2011